Theorie van het voorrijden

Introductie

Voorrijden doe je niet zo maar. Daarom geven we altijd een instructie. Op deze pagina kun je lezen waar je zoal op moet letten bij het voorrijden. Je wilt natuurlijk ook dat jouw groep veilig op het eindpunt aankomt. Uiteraard zijn we zelf geen professionele instructeurs, maar met gezond boeren  verstand en met 10 jaar ervaring, waarbij we ook van elkaar leren, zijn we gekomen tot onderstaande instructies en aanbevelingen. 

Voorbereiding

Alles begint met de juiste voorbereiding. Allereerst dien je te beschikken over een (gangbaar) navigatie apparaat (GPS). Er zijn vele merken en typen maar Garmin en Tom Tom zijn het meest gebruikt. Navigeren met je telefoon kan natuurlijk ook maar bevelen we niet aan, hoewel er steeds meer goede navigatie-apps bijgekomen zijn de laatste jaren. Begin op tijd met je voorbereiding. Het is vervelend als je op de avond voor de rit er achter komt dat je GPS niet werkt of dat er iets niet functioneert. Dat geldt overigens ook voor de motorfiets.

GPS

Het is van belang dat je GPS overweg kan met onze routes. De meeste moderne apparaten hebben hier geen moeite mee. Zorg dat je de route afstemt op jouw kaartmateriaal. De route moet overeenkomen met de route die we aanbieden via de download op het forum. Controleer of de route goed werkt. Er zijn diverse methoden om de route in jouw apparaat te zetten. Kies die methode die het beste bij je past. Op het forum staan enkele voorbeelden.

Herberekenen aan of uit?

In principe staat herberekening uit. Op deze manier volg je altijd de route zoals de maker hem bedoeld heeft. Nadeel van deze methode is dat bij onverwachte obstakels of omleidingen je zelf weer terug moet navigeren naar de route.

Heb je de route geladen op basis van een track (met route punten) dan MOET herberekening uit staan. Doe je dat niet dan rijdt je nl. na de start rechtsreeks naar het eerste waypoint in de route en dat is het eindpunt. Lekker snel, maar niet de bedoeling. Dit geldt overigens niet voor de nieuwste Garmin XT. Deze stuurt je gewoon terug naar de track als je hiervan afwijkt.

Afhankelijk van de apparatuur en de software die je gebruikt, kun je op basis van een track ook zelf de route natekenen door voldoende waypoints in de route te plaatsen. Deze route kun je rijden met herberekening aan. Kom je dan een omleiding tegen dan zal je GPS je vanzelf weer naar de route leiden. (Overigens kan het gewoon volgen van omleidingsborden meestal ook geen kwaad.)

Locaties en telefoonnummers

Zorg dat je beschikt over de telefoonnummers van de Deaucos die meerijden en van de andere voorrijders. Mocht het nodig zijn dan kun je altijd een van hen bereiken. Het is ook handig om de namen en adressen van de locaties mee te nemen. Met name als er meerdere horecalocaties bij elkaar zijn gelegen kun je bij aankomst even checken waar je nu precies moet zijn voor het geval dat het niet meer tussen de oren zit.

Tanken

In principe weet iedere deelnemer dat hij met een volle tank aan de start moet verschijnen. Het kan geen kwaad om dat voor de start nog even te checken. Er zijn altijd mensen die het zijn vergeten. En als iemand het vergeten is, vraag dan even hoe ver hij nog kan rijden. Je kunt hier dan rekening mee houden en een pauze plannen bij een benzinestation.

Het rijden

Het rijden met een groep vergt een iets anders rijgedrag. Je hebt nl. een hele groep op sleeptouw met verschillende soorten rijders met meer of minder ervaring. De minst ervaren rijders, of nieuwelingen worden in principe achter de voorrijder geplaatst. Ga er niet als een speer vandoor maar bouw altijd langzaam de snelheid op.

Baksteensgewijs versus achter elkaar

Op plekken waar dit kan en de wegen voldoende breed zijn rijden we "baksteensgewijs". De tweede motor in de groep rijdt schuin achter de voorrijder. De derde daar weer schuin achter, enz. enz. Op deze wijze kunnen we ons als groep compact door het verkeer bewegen. Op de wat bredere N-wegen rijdt de voorrijder rechts voor. Hiermee is de voorrijder het voor het tegemoetkomende verkeer eerder zichtbaar en is het bovendien duidelijker dat er een groep motoren nadert. 

Bij het naderen van een bocht wordt het bakssteensgewijs rijden even losgelaten. Op deze manier kan ieder voor zich netjes zijn ideale lijn bepalen. Na de bocht - en bij voldoende lengte van het rechte stuk - wordt de baksteensgewijze positie weer ingenomen. Op wegen die smaller zijn rijden we altijd achter elkaar. Hierdoor wordt het lint van motoren wel wat langer. Als je in de bocht weer zachtjes gas geeft dan treedt er zo min mogelijk het jojo-effect op.

Kruisingen en rotondes

Neem bij het naderen van een kruising of een rotonde altijd op tijd snelheid terug. Hiermee zal de groep achter je in elkaar schuiven waardoor je makkelijker de kruising/rotonde over kan. Zelf heb je dan ook voldoende tijd om te bepalen of je met de groep in een keer door kunt rijden.

Scan de weg links en rechts af. Komt er niks aan, dan kun je gelijk door. Bij twijfel altijd stoppen en laat het andere verkeer voor als ze voorrang hebben. Beter iets langer wachten dan met een halve groep verder rijden. Niemand zal je het kwalijk nemen als het even wat langer duurt. Veiligheid staat voorop en we komen graag met z'n allen op het eindpunt aan. Bovendien hebben we geen haast.

Als je bij een kruising af moet slaan, geef dan tijdig richting aan. Afhankelijk van de snelheid is dat tussen de 100 en 200 meter voor de afslag. Als je een afslag mist : GEEN PANIEK. Rij rustig door en keer als dat mogelijk is. Afhankelijk van de instellingen op je navigatie pakt deze soms automatisch de route weer op en is er helemaal geen noodzaak tot keren.

Verkeerslichten en wegopbrekingen 

Op en kruising met verkeerslichten is soms moeilijk in te schatten of je met de hele groep verder kunt rijden als het licht reeds enige tijd op groen staat. Misschien springt het na jou wel gelijk op oranje en rood. Hoe dan ook, kijk in je spiegels na de kruising of iedereen door het stoplicht is gekomen. Zo niet, rij dan rustig door en stop op een plek waar je veilig kunt staan met het restant van de motoren in je groepje. Als de rest er weer aan komt rij je gezamenlijk weer verder.

Na iedere kruising en afslag, of na een rood verkeerslicht, voer je de snelheid langzaam op. Dat mag best een beetje vlot, maar bedenk dat er ook minder ervaren rijders in je groepje kunnen zitten. Ga er in ieder geval niet als een raket van door. Het kan zelfs zo zijn dat er mensen achterblijven omdat het stoplicht weer snel op rood springt.

Bij wegopbrekingen of stremmingen kun je meestal de omleidingsborden volgen. Soms is niet helemaal duidelijk of de weg nu echt afgesloten is. Overleg dan even met je groep en bepaal wat te doen. Een stuk weg dat helemaal open ligt met alleen maar zand kun je beter vermijden. Een stuk weg dat nog niet helemaal af is maar wel een verharde ondergrond kan wellicht gewoon bereden worden.

Je kunt op je navigatie eenvoudig uitzoomen om te kijken hoe de route precies verder loopt. Op basis daarvan kun je ook beslissen wat te doen.

Waarschuwen

Bij grote kuilen, bulten of vuil op de weg kun je de volgers waarschuwen met een handgebaar. Ga niet bij ieder kiezel of streepje zand met je armen zwaaien want dat is alleen maar verwarrend. Van de meeste zaken heeft de motor geen last. Vuil en grind in bochten is echter geen pretje en dan is een waarschuwing wel handig. 

Deelnemers hebben een eigen verantwoordelijkheid bij de deelname aan een HDC toerrit. Een motor is nu eenmaal een balansvoertuig en motorrijden brengt risico's met zich mee. Bovendien zit een ongeluk zit in een klein hoekje. 

Algemeen

Groep bij elkaar houden

Zorg dat je je groep bij elkaar houdt,. Dat doe je o.a. door regelmatig te spiegelen (in je spiegels te kijken) om te zien of iedereen nog volgt. De gereden snelheid en de snelheid van optrekken na bochten werken hier ook aan mee. Doe je dat te snel, dan kan je groep uit elkaar vallen. Als je groep in tweeën is gesplitst dan kun je twee dingen doen. 1) Je stopt bij de eerste gelegenheid en wacht op de rest. 2) Je rijdt langzaam door (zonder het overige verkeer te hinderen) maar je stopt voor de eerstvolgende afslag. Hoe dan ook: zorg dan je op het lunch- en eindpunt aankomt met het aantal motoren waar je mee vertrokken bent.

Wat te doen bij pech

Als iemand pech heeft dan is dat "pech hebben". Soms kunnen we een eenvoudige reparatie uitvoeren. Soms is een hulpdienst noodzakelijk. Laat iemand in ieder geval niet aan zijn lot over. Wellicht kan 1 van de groepsleden bij de pechvogel blijven terwijl de voorrijder met de groep verder rijdt. Maak daarover met je groep afspraken. Het heeft tenslotte ook geen zin om met 7 man te staan wachten op de ANWB die pas een uur later komt. Neem in ieder geval even contact op met een van de Deaucos zodat we weten wat er aan de hand is. In noodgevallen gaat de pechvogel achterop bij iemand om zo in ieder geval op het eindpunt te komen. Van daaruit kijken we weer verder.

Pauze

Regelmatig houden we een pauze. Niet iedere tien minuten natuurlijk, maar halverwege het eerste en tweede deel van de route. Na zo'n 45 minuten rijden wil je ook wel weer even de benen strekken. Zoek een veilige plaats om te stoppen bij voorkeur met een verharde ondergrond. Begin tijdig met het zoeken van een geschikte plek, maar stel ook niet weer teveel eisen. Blijf ook niet eindeloos doorrijden en rijdt niet te hard. Soms rij je opeens een geschikte plek voorbij die je niet zag omdat je te hard ging. De plek moet voldoende groot zijn voor de motoren in je groep en wat bewegingsruimte is ook wel lekker. TIP: Bij de plaatselijke kerk is meestal wel een pleintje. Hiervoor kun je rustig een klein stukje van de route afwijken.

Vragen?

Heb je nog vragen? Stel deze dan in het voorrijdershoekje op het forum. Met z'n allen weten we meer dan alleen. Bovendien zijn de meeste "problemen" al eens voorgekomen en eenvoudig oplosbaar.